Arubaanse pastechi

Hoe maak je de pastechi?

1. Meng de bloem, boter, suiker en zout in een grote kom. Voeg beetje bij beetje het water toe en maak er met de mixer met deeghaken een soepel deeg van (ongeveer 5 minuten mixen). Bestuif je werkvlak met bloem en kneed het deeg tot het soepel aanvoelt. Verdeel het deeg in tweeën, bedek met een vochtige theedoek en laat 30 minuten rusten.
2. Ondertussen maak je de vulling: snipper de ui en snijd de paprika in hele kleine stukjes. Verhit olie in de pan en fruit de ui en paprika. Hier gaan peper, komijnpoeder en kerriepoeder bij, even goed roeren. Nu voeg je het gehakt toe. Vervolgens gaan de chutney, maggi, piccalilly, ketjap, olijven, rozijnen en tomatenpuree erbij en blijf je roeren tot het gehakt rul is. Laat nu alles uitlekken en afkoelen in een vergiet.
3. Snijd het deeg in stukken van 2 cm en rol ze daarna uit tot mooie ronde plakjes met een doorsnede van ongeveer 12 cm. Vul elk rondje met een flinke lepel vulling en vouw ze dicht. Als je het randje even nat maakt, blijft het beter plakken. Druk de randen goed aan met een vork om ze goed dicht te maken. Nu zijn de pasteitjes klaar om te bakken.
4. Verhit een grote laag olie in de wok en bak de pasteitjes tot ze goudbruin zijn. Eerst de bolle kant, daarna de platte kant.