Een wijnglas bestaat, van onder naar boven uit: de voet, de steel en de kelk. De voet zorgt ervoor dat het glas blijft staan. Door middel van de steel kun je het glas vasthouden en tot slot de kelk. De kelk zorgt voor het behouden en verdelen van aroma’s.
Een wit wijnglas is kleiner en smaller dan het rodewijnglas. Het smalle glas zorgt ervoor dat de wijn langer koel blijft. Een rood wijnglas is breder, hierdoor kan er voldoende zuurstof bij en ontwikkelt de wijn zich in het glas. Om goed te kunnen walsen en zo de wijn extra lucht te geven is het belangrijk dat ook de bol van de kelk breed genoeg is.